Elias Fransen uit: De brandende, maar niet verterende Braambos van Gods kerk op aarde (samenspraak)

NICOLAUS: “Waar worden tegenwoordig die leraren gevonden, die van de Heere geroepen en gezonden zijn, om de Bondzegelen te bedienen, bijna allen roemen in hun roeping en zending, nl. in menselijke formaliteiten en verordeningen, het werk des Heilige Geestes wordt ontkend, zij staan hun bestudeerd lesje voor te lezen, zonder de enige ontdekking, bestraffing of leringen, enkel letterschors, waarin geen geest of levengevonden wordt.”

AQUILA: “De geschriften van de leraren, van de voorgaande eeuwen, getuigen dat dezen in het koninkrijk van de Hemelen onderwezen waren, om uit hun schat nieuw en oude dingen te brengen. Matth. 13: 52. Degenen die daarmede hartelijk instemmen, treuren en weeklagen tegenwoordig dat de getrouw wachters op Sions muren ontbreken, om Nederland hun Godtergende zonden en oordelen aan te kondigen, en de helden gemist worden om het geestelijk huwelijksbed van Christus met Zijn Kerkbruid te bewaken en te beschermen met hun zwaarden tegen het verloochen en van de Goddelijke, verborgene, geloofsvereniging van Christus de ware Wijnstok met al Zijn uitverkoren ranken. Ik heb al jaren godvrezende ouders horen zeggen: ‘O mijn arme kinderen en ongelukkig nageslacht, tot welke verderfelijke leringen kunnen zij nog wel verleid worden.’ In de laatste jaren zien wij de sterren van de hemel vallen, leraren die voorenige jaren zich aan de oude, beproefde en bevindelijke waarheid vasthielden, worden door de geest des tijds tot een nieuw modische godsdienst verleid, en roemen en juichen mede in een historisch en formalistisch geloof. Dit hebben onze vroegere leraren al zien aan komen, een Lodensteyn, Witsius, Springmuis, Verschuur, enz., hebben al tegen de letterknechten gewaarschuwd, die Gods dienstknechten beschuldigen dat zij Gods Woord vergeestelijken. Onze tijd mag de voorgaande eeuwen te boven gaan, maar er is geen nieuws onder de zon. Elia en Micha stonden tegenover honderden leugenprofeten. Wat heeft een Jesaja, Jeremia, Ezechiël, en de Profeten geprofeteerd tegen de verleidende herders. De Zoon van God tegen de huurlingen, en de Apostelen hadden in alle gemeenten te strijden tegen de wettische en vormelijke Joden. De verheerlijkte Immanuël heeft de strijdende Kerk haar lot op aarde aangekondigd in het Openbaringsboek: de rook van dwalingen uit de put des afgronds zou de lucht verduisteren en sprinkhanen voortbrengen, die het volk zouden verleiden. Openb. 9. Zo blijkt dat in vele tijdperken het getal klein is, die met zakken bekleed zijn en rouw bedrijven dat de innerlijke waarheid zo uitsterft. Zoals wij lezen van twee getuigen nl. een klein getal, zij werden gehaat en gedood, omdat zij met hunleer de mensen gepijnigd hadden. Openb. 11. En al zijn het tegenwoordig maar nachtlichtjes tegenover onze oude Godzalige leraren, de Heere zal Zijn Kerk niet zonder de dienstknechten laten. De waarachtige en getrouw Getuige heeft gezegd: Ik ben met u lieden alle de dagen tot de voleinding van de wereld. Amen. Matth. 28: 20. Zou het van een koning geen grote dwaasheid zijn, wetten te geven zonder de dienaren, belasten met de uitvoering? Zou koning Jezus zo dringend de Sacramenten instellen, en geen zorg dragen voor dienstknechten om dezelve te bedienen? O neen, dit zou met Zijn waarheid en beloften strijden. Dat de oprechten in vele gemeenten treuren, dat zij naar Gods Woord geen weg geopend zien, en anderen uit vrees voor de oprechtheid huns geloofs weerhouden worden, dit is te verstaan. Maar het gebruik stoutweg bestrijden en afkeuren, en met eigen licht en wijsheid boven Gods Woord te klimmen, anderen van ‘s Heeren volk verachten, dit is diep te verfoeien, dat de Heere niet ongestraft zal laten. Het kan niet dan uit behoefteloosheid aan Gods inzettingen voortkomen. Door zulke onbijbelse redeneringen wordt het gebed weggenomen, om arbeiders van de Heere des oogstes af te smeken. Matth. 9. En door eigenliefde wordt de schuld niet bij zichzelf gezocht en gevonden, om Sions rampen tot zijn klaagliederen te maken.”

Jurie van den Berg